Voor een half jaar durend project heb ik onzekerheid onderzocht en hoe dit ondersteund kan worden. Onzekerheid is iets wat iedereen heeft, de één kan hier beter mee omgaan dan de ander. Toch is het iets waar iedereen aan kan werken. Te weinig zelfvertrouwen is heel ongezond, maar te veel zelfvertrouwen is ook niet goed. Er moet een goed balans zijn, waarbij je je goed voelt over jezelf, maar niet denkt dat je beter bent dan andere.
Het onderzoeken van hoe de mens denkt kwam hier heel erg van toepassing. De methode priming is heel interessant. Dit is het beïnvloeden van het onbewuste brein, zonder je het zelf door hebt. Dit wordt gedaan door vele woorden of afbeeldingen te laten zien aan iemand, deze woorden moeten uit herinnering of ervaring geassocieerd worden met een term. De brein raakt bekend met deze term, door de associatie en je gaat hierdoor je ernaar gedragen.
Deze theorie heb ik getest door woorden en afbeeldingen te pakken die geassocieerd worden met zelf vertrouwen om vervolgens het zelfvertrouwen van een persoon te vergroten. Deze woorden heb ik in een woordzoeker gezet, zodat de testpersoon niet door had dat dit primen bij hem gedaan wordt. Dit werd ervaren als een leuk spelletje tussendoor. Om te zien of het zelfvertrouwen toegenomen is, is er aan het begin een meting gedaan d.m.v. stellingen en na de woordzoeker is er een meting gedaan in de vorm van 3 opdrachten met ABC-antwoorden.
De resultaten waren verassend. Personen met weinig zelfvertrouwen gingen er heel erg op vooruit, terwijl degenen met veel zelfvertrouwen er juist op achteruit gingen. Dit kan te maken hebben met dat je zelfvertrouwen een grens heeft, dat je hier niet overheen kan. Deze theorie is nog niet onderzocht en heeft verder onderzoek nodig.